Kleding en emblemen
Traditioneel en herkenbaar
Oeteldonkers herken je meteen. Aan de blauwe boerenkiel boordevol emblemen, de rode boerenzakdoek, de witte wanten, de boerenpet en de handgebreide sjaal, rood-wit-gele das. Aldus de officiële Oeteldonkse klederdracht.
De boerenkiel. Met toeters en bellen.
Voor alle duidelijkheid zetten we de typische onderdelen en elementen van de Oeteldonkse klederdracht nog eens op een rij:
- De donkerblauwe boerenkiel.
- De rode boerenzakdoek. Deze wordt met de knoop naar voren en de punt naar achteren om de nek gedragen. In plaats van een knoop of dasschuif wordt de boerenzakdoek van oudsher ook wel bij elkaar gehouden door een eenvoudig luciferdoosje.
- Witte wanten die verbonden zijn door een touwtje. De wanten worden met het touwtje om de nek gedragen en hangen op broekzakhoogte voor de kiel.
- De zwarte boerenpet.
- Rood-wit-gele gebreide das (handgebreid en niet machinaal geproduceerd is een pré!).
- Het zondagse boerenkostuum: met (donker)bruine manchesterse broek, een wit of gestreept overhemd met stropdas en gepoetste zwarte schoenen of klompen.
De tradities.
Volgens oude (en belangrijke!) traditie mag de kiel niet worden uitgewassen, uitsluitend gelucht. De eventuele erwtensoep- en biersporen worden gezien als onvergetelijk aandenken van een Oeteldonks carnaval uit het verleden. De kiel wordt gedragen door ‘boeren’ en ‘durskes’ en wordt vaak van ouder op kind doorgegeven. Als erfstuk boordevol tradities, herinneringen en historie.